Tussen Dom en Mariaplaats in Utrecht staat een bijzonder huis: het St. Eloyen Gasthuis. Vanaf ongeveer 1440 tot heden is het huis in gebruik bij het Smedengilde St. Eloy, zelf vrijwel zeker al bestaand in het tweede kwart van de dertiende eeuw. Het huis kan tijdens de Landelijke Open Monumentendagen vrij worden bezichtigd. De huidige broederschap is besloten.
Traditiegetrouw gedenken de broeders en hospitanten op of rond de eerste december de sterfdag van St. Eloy, de schutspatroon der smeden.
In juni wordt St. Jan, Johannes de Doper, als patroon van de gasthuizen gevierd en in juli herdenkt men nog steeds de Hoveniers’ Maandag.
In laatstgenoemde maand werd (en wordt) in Utrecht de jaarmarkt met kermis (nu de piekenkermis) gehouden, waarbij de stad werd bevolkt door lieden van allerhande slag. Knechten en meiden kregen rond die tijd een deel van hun jaargeld. Om de smeden tegen slechte invloeden en verleidingen te beschermen, haalde het gilde zijn broeders binnen de muren en gaf hen te eten en te drinken. Het traditionele maal bestaat ook nu nog uit biefstuk met vette jus, brood, wafels en bier. Het is de enige gelegenheid in het jaar waaraan ook gasten kunnen deelnemen.